Michel: Ik heb weer het plezier en de zin in het leven teruggevonden. En ga er alsnog iets van maken!”
Eerst vindt hij het wel een beetje spannend, het interview. Maar zodra hij begint te vertellen ontspant hij zich, de 31-jarige Michel uit Bolsward. Hij werkt nu een half jaar bij Wurkjouwer in Sneek. Wanneer hij over zijn werk vertelt, beginnen zijn ogen te stralen.
Michel: “Ik werk op de confectieafdeling. Ik maak tassen van restmaterialen. Denk bijvoorbeeld aan oude zeilen. In het begin was dit best moeilijk. Ik dacht dat doe ik wel even, na twee tassen maken kan ik het wel. Maar daar had ik toch wel iets langer voor nodig,” zeg Michel lachend. “Maar nu kan ik het werk vloeiend. Ik vind het heel leuk dat ik dit nu kan. Ik zit hier helemaal op mijn plek!
Studeren
Ik ben opgegroeid in Nijland, samen met mijn ouders en twee broers. Inmiddels woon ik op mijzelf, in Bolsward. Het gaat nu gelukkig weer goed met me. Dat is een hele tijd wel anders geweest. Na de middelbare school heb ik meerdere opleidingen gevolgd. Ik ben goed met getallen, dus ik dacht: ik ga de opleiding Handel & Administratie volgen, op niveau 4. Dat bleek te lastig, dus toen heb ik de opleiding vervolgd op niveau 2. Dat ging me stukken beter af. Nadat ik mijn diploma op zak had, probeerde ik werk te vinden. Maar met niveau 2 gaat dat niet gemakkelijk. Meestal wordt niveau 3 of 4 gevraagd. Dat werkte demotiverend.
Aan het werk
Ik heb toen toch werk kunnen vinden. In een magazijn, als orderprikker. Dat was eerst heel leuk, vooral met mijn collega’s. Maar op een gegeven moment vroeg ik mijzelf af: wil ik dit werk de rest van mijn leven doen? Nee! En dus besloot ik alsnog verder te leren, en een diploma te halen op niveau 4. Ik liep bij verschillende bedrijven stage, maar ik kwam er al snel achter dat ik geen plezier uit het werk haalde. Ik deed het omdat het moest. Dat is niet leuk, zo is werk niet vol te houden. Ik heb de opleiding niet kunnen afmaken, omdat ik mijn stages niet had behaald. Via een uitzendbureau heb ik nog wel productiewerk gedaan, maar dat was écht niet mijn ding.
Voetbal is zijn alles
En toen belande ik thuis, in de uitkering. Ik woonde toen nog thuis. Niks interesseerde mij meer. Vervolgens ben ik op mijzelf gaan wonen. Ik ben toen in een negatieve spiraal terecht gekomen en raakte geïsoleerd. Er was geen ‘controle’ meer van mijn moeder. Mijn enige sociale contact was met mijn voetbalteam. Ik train één keer in de week. En op zaterdag spelen wij wedstrijden. De keuze om bij het voetbalteam te gaan van Bolsward is heel goed geweest. Ik kan niet zonder mijn team. Daardoor kwam ik gelukkig soms nog buiten. De rest van de week keek ik thuis voetbal op tv. Onbewust was ik het liefst alleen. Al zocht ik wel elke woensdag mijn moeder op. Zij is mijn oogappel, voor haar ga ik door het vuur!
Hulp vragen
Op een gegeven moment dacht ik: dit kan zo niet langer! Ik ben toen naar de gemeente gegaan en heb om hulp gevraagd. Dat was een enorme stap, maar wat ben ik hier trots op! Ik kreeg via de gemeente een coach toegewezen en hij heeft mij geholpen om bij Wurkjouwer aan het werk te gaan. Als ik mezelf vergelijk met een aantal maanden geleden, dan doet dat mij goed. Ik maak mezelf nu overdag nuttig. Ik heb hiervoor een mindere periode moeten doormaken, maar wat voel ik me nu goed. Ik heb mezelf het afgelopen halfjaar echt ontwikkeld.
Ik weet nog niet precies waar ik ga werken na Wurkjouwer. Maar, ik weet zeker dat wanneer ik dingen ga proberen, het goed komt. Dankzij Wurkjouwer heb ik meer zelfvertrouwen gekregen. En mijn motivatie teruggevonden. Ik word weer de oude, maar dan in positieve zin. Ik heb weer het plezier en de zin in het leven teruggevonden. En ga er alsnog iets van maken!”